29/02 — Voortaan meer DNA-onderzoekstechnieken mogelijk in strafzaken

De plenaire vergadering van de Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft vandaag een wet van minister van Justitie Van Tigchelt aangenomen die meer DNA-onderzoekstechnieken mogelijk maakt. Zo kunnen speurders dankzij het nieuw wettelijk kader aan familiale zoeking doen: het opsporen van verdachten via een match met gekende DNA-profielen van naaste familieleden. In zedendossiers is voortaan DNA-matching op basis van het Y-profiel mogelijk, gezien dit profiel nu verplicht geanalyseerd en bewaard moet worden. DNA-stalen in verdwijningszaken kunnen voortaan ook automatisch worden vergeleken met de internationale databanken van vermisten en niet-geïdentificeerde personen.

In België zijn er databanken met DNA-profielen van veroordeelden, verdachten, vermisten en sporen. Samen gaat het om zo’n 150.000 unieke DNA-profielen. Ons land heeft ook toegang tot de DNA-databanken van 23 verschillende landen zoals vastgelegd in het verdrag van Prüm, wat om miljoenen profielen gaat. Als er bruikbaar genetisch materiaal wordt gevonden naar aanleiding van een misdrijf of verdwijning, worden stalen geanalyseerd en vergeleken met de profielen in deze databanken. Wettelijk mogen enkel rechtstreekse matches worden gemaakt, tussen sporen en personen.

Familiale zoeking

Nochtans is het technisch mogelijk om een verdachte te identificeren aan de hand van een gedeeltelijke match met het DNA-profiel van een familielid, de zogeheten familiale zoeking. Een partiële match kan immers wijzen op een rechtstreekse familiale band. Indien het DNA-profiel van een naast familielid zich reeds in een van de databanken bevindt, kan dit voor een doorbraak in het onderzoek zorgen. Een wettelijk kader hiervoor ontbrak echter tot op heden. In nauw overleg met het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) en het federaal parket werd een wetsontwerp uitgewerkt dat onder andere de familiale zoeking mogelijk maakt. Zo krijgt Justitie meer slagkracht in onderzoeken naar bijvoorbeeld moord of zedenfeiten.

De familiale zoeking kan helpen om een verdachte op het spoor te komen, maar kan uiteraard nooit als enig bewijs dienen. Het moet de speurders op weg helpen om vervolgens via klassieke opsporingsmethoden verdere bewijzen te verzamelen. Er kan worden vergeleken met de profielen die opgenomen zijn in de beschikbare databanken en personen die vrijwillig DNA afstaan. Er mag ook uitsluitend in eerste lijn worden gezocht, met name ouders, kinderen, broers en zussen. De magistraat die het onderzoek leidt, kan opdracht geven om een familiale zoeking te doen. In eerste instantie moet steeds rechtstreeks vergeleken worden. Indien dit niets oplevert, kan men aan familiale zoeking doen.

Y-chromosoom 

De nieuw aangenomen wet maakt ook meer DNA-onderzoek op basis van het Y-chromosoom mogelijk. Dat is belangrijk in strafonderzoeken naar zedenfeiten. Y-chromosomen komen namelijk enkel bij mannen voor en worden haast identiek overgedragen van vader op zoon. Deze Y-profielen zijn met name belangrijk in zedenzaken waar het vaak nodig is om het DNA van de mannelijke dader te onderscheiden van dat van het slachtoffer. Voortaan zal opstellen en analyseren van profielen op basis van het Y-chromosoom verplicht zijn. Ook moeten deze verplicht worden opgeslagen in de databank.  Daarmee wordt ons land een van de eerste met een dergelijk systeem. 

Door steeds beter wordende onderzoekstechnieken is het nodig om niet alleen de DNA-profielen van veroordeelden, maar ook de DNA-stalen zelf, veel langer te bewaren. Daarom voorziet de wet dat deze bewaartermijn wordt opgetrokken van 6 maanden tot 30 jaar, naar analogie met de bewaartermijn voor DNA-stalen van sporen.

Identificatie van vermisten en niet-geïdentificeerde personen 

Deze hervorming zorgt ook voor een wettelijke basis voor vergelijking van de DNA-profielen van vermiste personen en stoffelijke overschotten met de profielen in internationale DNA-databanken. Een ervan is het in juni 2021 opgerichte I-Familia van Interpol. In deze databank zitten bijna 10.000 DNA-profielen van niet-geïdentificeerde lichamen en meer dan 1.000 DNA-profielen van verwanten van vermiste personen van over de hele wereld. De aansluiting op I-Familia is cruciaal in het oplossen van verdwijningsdossiers, omdat er voortaan veel breder automatisch gezocht en vergeleken kan worden. Mogelijk leidt deze aansluiting ertoe dat familieleden van verdwenen personen na jaren in het ongewisse alsnog een langverwacht antwoord krijgen op hun vragen.  

De nieuwe wetgeving treedt op 1 maart 2024 in werking.

Paul Van Tigchelt, minister van Justitie: “Onze speurders moeten moderne onderzoekstechnieken op basis van DNA kunnen hanteren zoals familiale zoeking en vergelijkingen op basis van Y-profielen. Dit zijn we aan slachtoffers en nabestaanden verplicht. Men werd daarbij echter beperkt door de verouderde DNA-wetgeving. Familiale zoeking en matches op basis van het Y-profiel zijn veelbelovende en krachtige onderzoekstechnieken. Die maken we nu mogelijk met deze nieuwe wet. Bovendien is de bewaartermijn voor DNA-stalen van veroordeelden opgetrokken tot 30 jaar. Dit is belangrijk zodat ze beschikbaar blijven voor toekomstige nieuwe onderzoekstechnieken. Tot slot maakten we ook vergelijkingen mogelijk met de belangrijke I-Familia van Interpol.”