11/01 — Slachtoffers van terrorisme en opzettelijk geweld krijgen langer de tijd om financiële hulp aan te vragen

Slachtoffers terrorisme en andere opzettelijke gewelddaden hebben voortaan twee jaar langer de tijd om een verzoek in te dienen voor een financiële tussenkomst van het slachtofferfonds. Een wetswijziging hieromtrent van minister van Justitie Paul Van Tigchelt werd donderdagavond goedgekeurd door de plenaire vergadering van het federaal parlement. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de noden van heel wat slachtoffers, die dreigden in de kou te blijven staan. Voor de slachtoffers van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek van 2016 die nog geen aanvraag of laattijdig een aanvraag hebben ingediend, is er een overgangsperiode van 18 maanden voorzien. Zo zal niemand uit de boot vallen.

Wie slachtoffer wordt van opzettelijk geweld of terrorisme en daardoor met financiële problemen kampt, kan rekenen op een tussenkomst van de Commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden, informeel gekend als het Slachtofferfonds. Bij ernstige feiten lopen de kosten voor medische en psychologische hulp immers vaak hoog op nog voor het proces van start gaat. Daders zijn bij een uitspraak soms ook onvermogend om de volgens de rechter bepaalde schade te vergoeden.

De Commissie voor Financiële Hulp kan tot 125.000 euro per persoon toekennen. Het fonds buigt zich objectief over de verzoeken op basis van een strafdossier, een vonnis, medische attesten, facturen en andere documenten. Bij daden van terrorisme kan het slachtofferfonds meteen tussenkomen van zodra het incident erkend werd als terreuraanslag. Bij opzettelijke gewelddaden is de regel dat de schade eerst verhaald moet worden op de dader via een juridische procedure. Indien er dan nog schade is, kan het slachtofferfonds tussenkomen.

De termijn om een tussenkomst van het slachtofferfonds te vragen, bedroeg tot op heden 3 jaar. In de administratieve mallemolen waarin slachtoffers verzeild raakten, is dat geen evidentie. Zo wordt de schade in eerste instantie verhaald op de verzekering. Indien dit negatief uitdraaide, ontoereikend was of indien het slachtoffer binnen de drie jaar geen aanvraag had ingediend, bleven zij in de kou staan. Ook op het proces over de aanslagen meldden zich nog nieuwe slachtoffers aan, terwijl de termijn om een aanvraag in te dienen reeds verstreken was.

Langere aanvraagtermijnen en oplossing voor terreurslachtoffers

Er werden reeds verschillende initiatieven genomen om slachtoffers beter bij te staan, met de nodige versterkingen bij het slachtofferfonds en snellere aanvraagprocedures. Daarnaast voorzag minister Van Tigchelt ook een wetswijziging om de aanvraagtermijn voor een financiële tussenkomst te verlengen. Dit werd donderdagavond goedgekeurd door de plenaire vergadering van het federaal parlement, als onderdeel van het ‘wetsontwerp om Justitie menselijker, sneller, en straffer te maken 3’.

Deze verbetering van de regels omvat vier concrete zaken:

1.      De termijn waarbinnen slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en terrorisme een verzoek tot financiële hulp kunnen indienen, is verlengd van 3 naar 5 jaar.

2.      De termijn voor minderjarige slachtoffers begint pas te lopen vanaf hun meerderjarigheid.

3.      Voor slachtoffers van terrorisme wordt de termijn opgeschort op het moment dat zij zelf stappen ondernemen om langs eigen weg, bijvoorbeeld de verzekeraar, hun schade vergoed te krijgen.

4.      Voor alle slachtoffers van erkende terreuraanslagen die (1) nog geen verzoek bij de commissie hebben ingediend of (2) een verzoek laattijdig hebben ingediend, is er een overgangsperiode voorzien van 18 maanden. Binnen deze periode, die ingaat vanaf de publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad, kunnen zij alsnog een verzoek indienen.

Met de overgangsperiode wordt verzekerd dat slachtoffers die zich pas tijdens het proces van de terreuraanslagen van 2016 hebben aangemeld, of slachtoffers bij wie de termijn reeds verstreken was, in aanmerking komen voor financiële hulp.

Paul Van Tigchelt, minister van Justitie: “Slachtoffers van terreuraanslagen hebben met heel wat problemen te kampen. De overheid schoot in het verleden te vaak tekort om hen te ondersteunen. Het Slachtofferfonds voorziet tot 125.000 euro hulp en we voerden een versnelde procedure in. Om zeker te zijn dat iedereen daarvoor in aanmerking kan komen, hebben we de aanvraagtermijn verlengd. Hierdoor zijn ook de slachtoffers van de aanslagen van 2016 die nog geen of een laattijdig verzoek hebben ingediend, ervan verzekerd dat ze nog in aanmerking kunnen komen voor financiële hulp.”