Straatintimidatie: interview met politie-inspecteur Ingrid Stultjens

We spraken met Ingrid, actief bij de politie sinds 1997. Ze komt veel in contact met slachtoffers en werkt zoals dat heet in de eerste lijn van onze veiligheidsdiensten.  


Dag Ingrid, als agente, wat houdt jouw functie bij de politie in?

Ik ben actief binnen de politie sinds 1997. Momenteel doe ik aan interventie, standaard patrouille en zedenpolitie.

Is zedenpolitie iets dat je ook al sinds 1997 doet?

Neen, daar kon ik drie jaar geleden mee beginnen na een extra opleiding. Wij werken daarvoor samen met het Sint-Pietersziekenhuis. 

Kom je bij patrouilles vaak gevallen tegen van straatintimidatie tegenover vrouwen?  

Niet zo veel, omdat er vaak geen aangifte wordt gedaan. We krijgen wel veel oproepen van intrafamiliaal geweld, waar vrouwen ook veel te vaak het slachtoffer zijn en er zowel sprake van psychische als fysieke intimidatie is. Maar wat intimidatie op straat betreft, komen slachtoffers zelf minder tot bij ons. Het is moeilijk om dat te kunnen vaststellen. 

En waarom is dat dan moeilijk volgens jou?

Dat is niet altijd makkelijk om over te praten. Op momenten dat wij tussenkomen is het meestal door een telefoontje van de buren bijvoorbeeld. Slachtoffers willen hier niet altijd alles kwijt omwille van angst of schaamte.

En Intimidatie in het openbaar? Gebeurt het dat vrouwen jullie aanspreken die net werden geïntimideerd op straat.

Weinig, eerder bij aanranding van de eerbaarheid. Er moet al bijna iets gebeurd zijn vooraleer men de stap zet om naar ons te komen.

Denk je dat vrouwen nog meer die stap zouden kunnen zetten?

Ja, er is ook veel dat je kan doen. Je kan terecht bij de app 112, die kun je installeren op je gsm. Er zijn in Brussel ook vier hoofdcommissariaten die 24 op 24 open zijn. Bovendien zijn er centra waar je terechtkan en je kan je ook aanmelden via de site van de politie en daar een melding maken. De stap om een uniform aan te spreken is soms minder groot wanneer je het via de computer kan doen.   

“Er is minder taboe rond seksuele intimidatie dan vroeger, dat is een goede zaak.”

Ingrid Stultjens, Inspecteur

8 op 10 vrouwen kreeg reeds te maken met intimidatie in het openbaar. Hoe reageer je best wanneer je als vrouw in zo’n situatie terecht komt?

Allereerst moet je trachten om uit de gevarenzone te geraken. Dit kan door anderen aan te spreken.

En als derde, wanneer je getuige bent?

Oogcontact houden met het slachtoffer en alert blijven. Tonen dat je gezien hebt wat er gebeurd is en ook de verdachte aankijken. Simpelweg tonen dat je het hebt gezien kan veel verdachten al afschrikken. Verder eventueel haar aanspreken en vragen om samen klacht in te dienen.  .

Je werkt al een tijdje binnen de zeden. Tegenover toen je startte, is de situatie verbeterd?

Er is veel minder taboe, waardoor er meer aangiftes zijn. Hierdoor kunnen we meer optreden tegen de problematiek. Slachtoffers van seksueel geweld worden ook beter opgevangen doordat er meer centra zijn. 

Wat doet men juist bij die centra zoals bijvoorbeeld Sint-Pieters? Hoe worden slachtoffers opgevangen?

Wel dan spreek ik over seksueel geweld. Slachtoffers worden daar opgevangen door verpleegsters en psychologen. Ze kunnen er dan voor kiezen om sporen op te laten nemen, zelfs als ze niet meteen klacht willen indienen, ook van de kleding, zodat er geen bewijsmateriaal verloren kan gaan. Ze kunnen dan zelfs tot een jaar wachten om klacht neer te leggen zonder dat dat bewijsmateriaal verloren gaat.

Wat doet dit met jou als persoon, het vele contact met slachtoffers?

Het geeft me een goed gevoel. Je merkt echt dat er een last van de schouders van het slachtoffer valt doordat ze hun verhaal hebben kunnen doen. Ze bedanken ons ook vaak en dat geeft me toch het gevoel dat ik iemand heb kunnen helpen.  

Met die mooie woorden gaan we dit interview afsluiten, bedankt.