Voor personen met een psychiatrische aandoening die een potentieel gevaar vormen voor zichzelf of voor de samenleving kan de rechter voortaan de vrijwillige behandeling onder voorwaarden bevelen. Dit is een nieuwe maatregel die het midden houdt tussen de gedwongen opname en de vrijwillige behandeling. Hierdoor wordt meer toezicht mogelijk op een vrijwillige behandeling van personen die een potentieel gevaar vormen. De aanslag in Schaarbeek in november 2022, waarbij een politieagent het leven liet, wees op de noodzaak aan een dergelijke regeling. Verder wordt de wetgeving ook in overeenstemming gebracht met de huidige inzichten in geestelijke gezondheidszorg. De hervorming van ministers van Justitie Van Tigchelt en Volksgezondheid Vandenbroucke omtrent de geestelijke gezondheidszorg werd goedgekeurd door de plenaire vergadering van het federaal parlement.
Als een persoon een vastgestelde psychiatrische aandoening heeft, een gevaar vormt voor zichzelf of diens omgeving en er geen andere oplossing zoals een vrijwillige opname mogelijk is, kan de vrederechter de gedwongen opname bevelen in de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Dit is geen straf, maar een beschermingsmaatregel. In zeer dringende gevallen waarbij er acuut gevaar is, kan de procureur des Konings een voorlopige beslissing tot gedwongen opname nemen. Dit is de zogenoemde spoedprocedure. Binnen de tien dagen moet de vrederechter dit bevestigen.
Een gedwongen opname is echter een ingrijpende gebeurtenis, zowel voor de betrokkene als diens omgeving. Daarom moet de noodzaak aan deze beschermingsmaatregel steeds zorgvuldig worden afgewogen tegenover de nadelen ervan en kan er geen gedwongen opname plaatsvinden indien de persoon zich vrijwillig wil laten behandelen. Dankzij het vrijwillig karakter kan er vaak beter resultaat worden geboekt in de behandeling.
Aanbevelingen werkgroep en aanslag op politiemensen
Een vrijwillige behandeling valt echter buiten de wet van 26 juni 1990 ‘betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke’ en dus buiten de bevoegdheid van Justitie. Hierdoor kan het Openbaar Ministerie moeilijk opvolgen hoe de behandeling verloopt en of de persoon in kwestie de opname al dan niet stopzet. Dit was een van de elementen die naar boven kwam tijdens het onderzoek naar de aanslag van 10 november 2022 in Schaarbeek op de betreurde politieman Thomas Monjoie en diens collega. De dader zou zich immers vrijwillig laten opnemen voor zijn psychiatrische problematiek, waardoor het Openbaar Ministerie geen gedwongen opname kon opleggen via de spoedprocedure. Nadat de politie de man overbracht naar de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis, startte de behandeling echter niet op omdat de dader er vertrok. De gevolgen bleken dramatisch.
Een hervorming van de wet van 26 juni 1990 ‘betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke’ drong zich al langer op, conform de evoluties in de geestelijke gezondheidszorg. Op 3 november 2022 publiceerde de hiervoor aangestelde werkgroep haar finaal eindrapport. Het uitgangspunt is het stigma rond psychiatrische aandoeningen wegwerken, zo weinig mogelijk dwang gebruiken en maximaal in te zetten op vrijwillige alternatieven. Als er toch voor een gedwongen opname wordt gekozen, mag de duur niet langer zijn dan nodig.
Minister van Justitie Paul Van Tigchelt en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke werkten een wetsontwerp uit dat de aanbevelingen van de werkgroep opnam en ook een aangepaste vorm van vrijwillige opname uitwerkte: de vrijwillige behandeling onder voorwaarden. Het wetsontwerp werd op 2 mei 2024 goedgekeurd door de plenaire vergadering van het federaal parlement. Onderstaande hervormingen gaan van kracht op 1 januari 2025.
Nieuwe maatregel: de vrijwillige behandeling onder voorwaarden
De vrijwillige behandeling onder voorwaarden is een nieuwe maatregel die valt tussen enerzijds de gedwongen opname en anderzijds de volledige vrijwillige behandeling. Dit maakt het mogelijk om voorwaarden te koppelen aan deze vrijwillige behandeling wanneer een persoon beantwoordt aan de criteria voor een gedwongen opname maar beslist zich vrijwillig te laten behandelen. Hierdoor is onder meer toezicht mogelijk op het verloop van de behandeling. De behandeling kan zowel residentieel als ambulant zijn.
De betrokkene moet in overleg met een arts een behandelingsplan laten opstellen en voorleggen aan de vrederechter, die het plan al dan niet goedkeurt. De behandelende arts ziet toe op de uitvoering van het behandelingsplan. Als de betrokkene niet langer behandeld wil worden of er niet meer voldaan is aan de opgelegde voorwaarden, moeten de rechter en de procureur des Konings onmiddellijk op de hoogte worden gebracht zodat deze nieuwe maatregelen kunnen nemen zoals een gedwongen opname.
Ook hier is een spoedprocedure mogelijk. De procureur des Konings kan de vrijwillige behandeling onder voorwaarden voorstellen aan de vrederechter in een verzoekschrift en voorwaarden opleggen tot aan de definitieve beslissing van de vrederechter.
Klinische evaluatieperiode van 48 uur tijdens de spoedprocedure
De meeste gedwongen opnames gebeuren vandaag via de spoedprocedure. Om ervoor te zorgen dat deze beslissingen weloverwogen gebeuren, dat er maximaal wordt ingezet op vrijwilligheid en om oneigenlijk gebruik te vermijden, wordt een klinische evaluatieperiode van 48 uur voorzien. Hierdoor kan beter worden nagegaan of de persoon wel in aanmerking komt voor een gedwongen opname. De evaluatieperiode maakt het ook mogelijk om na te gaan of een persoon die zelf voorstelt om vrijwillige behandeling te ondergaan geloofwaardig is en om desgevallend voorwaarden te verbinden aan deze vrijwillige behandeling.
Ruimere aanpak tegen de stijgende druk op ziekenhuisdiensten
De gedwongen opname zal voortaan niet meer alleen in een psychiatrische afdeling van een door de deelstaten erkend ziekenhuis kunnen gebeuren, maar kan ook in een residentiële instelling zoals een psychiatrisch verzorgingstehuis, een voorziening voor personen met een mentale handicap, voorzieningen binnen de verslavingszorg en meer. Het doel van deze wijziging is om de persoon te kunnen opvangen en te behandelen in een meer vertrouwde en aangepaste omgeving, onderbrekingen in het zorgtraject te vermijden alsook een betere spreiding te bekomen. De residentiële instelling moet wel voldoen aan verschillende criteria met betrekking tot de veiligheid en de mogelijkheid tot psychiatrische observatie.
Rechten en privacy van de persoon met een psychiatrische aandoening
De rechten van de persoon met een psychiatrische aandoening worden versterkt: de betrokkene zal steeds het recht op een advocaat hebben. De advocaat moet reeds betrokken zijn bij de start van de klinische evaluatieperiode in de spoedprocedure.
Ook de manier waarop de persoon met een psychiatrische aandoening en diens omgeving worden betrokken bij de procedure is gewijzigd, met meer respect voor de privacy. Het vonnis wordt niet langer in zijn geheel naar diens familie gestuurd. Alleen het beschikkende deel, namelijk enkel de beslissing, wordt meegedeeld.
Standaardmodellen en terminologische aanpassingen
Het omstandig geneeskundig verslag van de psychiater is het document bij uitstek waarop de vrederechter zijn beslissing baseert. Het ene verslag is echter veel meer gedetailleerd en uitgediept dan het ander. Daarom is een standaardmodel uitgewerkt dat voortaan verplicht gehanteerd moet worden bij het opmaken van een geneeskundig verslag. Ook voor het behandelingsplan wordt een standaardmodel uitgewerkt.
Om het stigma ten aanzien van mensen met psychiatrische aandoeningen weg te werken, wordt de terminologie van de wet aangepast. Zo wordt onder meer ‘geesteszieken’ aangepast in ‘personen met een psychiatrische aandoening’ en ‘Gedwongen opname’ wordt ‘een beschermende observatiemaatregel’.
Bijkomende middelen
Deze aanpassing van de wet vergt ook bijkomende middelen. De minister van Volksgezondheid investeerde deze legislatuur in de ontwikkeling van een crisis- en urgentieprogramma, met onder meer 15 miljoen euro voor 28 ‘High & Intensive Care’-diensten in de ziekenhuizen en 23 miljoen euro voor de versterking van de mobiele teams. In 2024 worden de mobiele crisisteams verder versterkt met een urgentie- en een klinische observatiefunctie, goed voor 23,9 miljoen euro.
Paul Van Tigchelt, minister van Justitie: “Bij personen met een psychiatrische problematiek die een gevaar vormen voor zichzelf of hun omgeving, moet de voorkeur altijd uitgaan naar een vrijwillige opname. Het onderzoek naar de fatale aanslag op politieman Thomas Monjoie en zijn collega heeft echter aangetoond dat Justitie in bepaalde gevallen nauwgezet moet kunnen opvolgen. Daarom wordt de vrijwillige behandeling onder voorwaarden ingevoerd, waarbij Justitie meteen moet worden ingelicht indien de behandeling niet wordt uitgevoerd volgens het behandelingsplan. Daarnaast hebben we een klinische evaluatieperiode van 48 uur ingevoerd, zodat we beter gefundeerde beslissingen kunnen nemen.”