Verstrengde regels rond overheidsopdrachten om spionage en sabotage te vermijden

Om ons land te behoeden van spionage en sabotage zijn er nieuwe regels voorzien inzake overheidsopdrachten. Zo kunnen bedrijven die niet betrouwbaar zijn of gegevensbeveiliging niet kunnen garanderen, sneller worden geweerd om mee te dingen naar een openbare aanbesteding. De ministerraad heeft de verscherpte regels vandaag bekrachtigd.

Bepaalde gunningen voor overheidsopdrachten aan bedrijven houden risico’s in op vlak van spionage en sabotage door buitenlandse mogendheden. Dit kan bijvoorbeeld gaan om overheidsopdrachten voor het installeren van camera’s, het leveren van scanners voor de douane en politie of bijvoorbeeld baggerwerken op zee in de buurt van kritieke infrastructuur. De Veiligheid van de Staat heeft daarom, in de schoot van Coördinatie Comité Inlichtingen en Veiligheid (CCIV) en in samenspraak met de Dienst Overheidsopdrachten van de Kanselarij, regels uitgewerkt om overheidsopdrachten hiervan te behoeden.

Bij het uitschrijven van overheidsopdrachten wordt het verplicht om een zogenoemde ‘quickscan’ uit te voeren aan de hand van verschillende parameters. Op basis hiervan kan worden bepaald of de overheidsopdracht een risico vormt voor de nationale veiligheid. Wanneer hieruit blijkt dat dit het geval is, zijn er een aantal maatregelen die moeten worden getroffen.

In de eerste plaats moet men nagaan of de overheidsopdracht valt onder de wet Defensie & Veiligheid of onder de wet inzake overheidsopdrachten. Dat is het geval indien het gaat om leveringen, werken of diensten die betrekking hebben op militaire of gevoelige doeleinden. Dan zijn strikte uitsluitingsgronden bepaald voor bedrijven die niet over de nodige betrouwbaarheid beschikken of de verplichtingen inzake gegevensbeveiliging niet kunnen garanderen. Ook voor bedrijven uit derde landen zijn er specifieke bepalingen voorzien, waardoor de gunning beperkt kan worden tot bedrijven uit de Europese Economische Ruimte.

Ook wanneer de overheidsopdracht valt onder de gewone wet inzake overheidsopdrachten zijn er instrumenten voorzien om af te kunnen wijken van de regels rond openbare aanbestedingen. Hier moet wel worden gemotiveerd waarom bepaalde opdrachthouders geweigerd kunnen worden ter bescherming van essentiële veiligheidsbelangen.

Deze regels werden vastgelegd en verplicht in een omzendbrief en werden vandaag bekrachtigd door de ministerraad.

Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “We hebben de voorbije jaren al verschillende dossiers gezien waarbij bepaalde risico’s bestaan. We moeten daar niet naïef in zijn. Gelet op de geopolitieke ontwikkelingen van de voorbije jaren, met als exponenten de oorlog in Oekraïne en de economische wedloop met China, moeten we waken over onze strategische onafhankelijkheid. Vrije concurrentie bij overheidsopdrachten is belangrijk, maar dit mag ons niet blind maken voor bepaalde risico’s wanneer het gaat om onze nationale veiligheid en strategische belangen. Om onder meer spionagerisico’s weg te werken, hebben we nood aan een sterkere veiligheidscultuur. De Quickscan en de nieuwe regels voor overheidsopdrachten zullen hier een wezenlijke bijdrage in betekenen.”

Ludivine Dedonder, minister van Defensie: “Hybride dreigingen en pogingen tot beïnvloeding – zelfs via overheidsopdrachten en bedrijven – zijn vandaag helaas niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Spionage, inmenging of cyberdreiging: we moeten er als verantwoordelijke veiligheidsoverheden op toezien dat we de risico’s tot een minimum beperken. Ik ben ervan overtuigd dat we met deze nieuwe regels en in combinatie met onze forse investeringen in onze inlichtingendiensten en cyberveiligheid onze nationale veiligheidsbelangen beter kunnen waarborgen, met het oog op onze strategische autonomie en veiligheid.”