Gokken in dagbladhandels wordt aan banden gelegd

De laatste jaren zien we een verontrustende toename van gokken in dagbladhandels. Deze kunnen als nevenactiviteit immers gokautomaten voorzien in hun zaak. Daardoor duiken ook steeds meer schijndagbladhandelaars op die de wetgeving trachten te omzeilen en van gokken hun lucratieve hoofdactiviteit maken. Ook de recente aankoop van 170 krantenwinkels door gokbedrijf Golden Palace duidt op de nood aan striktere beperkingen. Het wettelijk kader dat vice-eersteminister en minister van Justitie hiervoor uitwerkte, werd in november 2021 goedgekeurd door het parlement. Het Koninklijk Besluit dat de uitwerking hiervan regelt is op 23 februari gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Voortaan worden duidelijke limieten gesteld aan de nevenactiviteit van gokken in krantenwinkels en worden schijndagbladhandels onmogelijk gemaakt.

In 2010 werd beslist om krantenwinkels toe te staan om als nevenactiviteit weddenschappen aan te nemen. Deze maatregel werd destijds genomen om de krantenwinkels in de mogelijkheid te stellen om de dalende verkoopcijfers ten gevolge van de opmars van de digitale media te compenseren. In sommige zaken groeit dit echter uit tot meer dan een nevenactiviteit. Zo zijn er zaken waar er jaarlijks meer dan 4 miljoen euro wordt ingezet op weddenschappen. Dit zijn hallucinante bedragen, waarbij men nog bezwaarlijk kan spreken van een nevenactiviteit.

We zien de laatste jaren meer en meer schijndagbladhandelaren opduiken die weddenschappen aanbieden onder de vergunning ‘dagbladhandelaar’, terwijl ze in feite niet beantwoorden aan de kenmerken van een krantenwinkel. Er zijn heel wat legitieme krantenwinkels die weddenschappen met mate aannemen, maar in een aantal malafide zaken wordt het krantenrek als schaamlap gebruikt voor verdoken goktenten. Dit zorgt voor een oneerlijke concurrentie met legitieme krantenwinkels en de strikt gereguleerde wedkantoren.

Krantenwinkels zijn bovendien zaken waar men op een laagdrempelige manier in contact komt met gokken, ook minderjarigen. Op een moment dat 42% van de 18 tot 25-jarigen aangaven dat ze tijdens de coronaperiode hun eerste gokken waagden, moet ook hier paal en perk worden aan gesteld. Zoals een ex-gokverslaafde het recent treffend verwoordde in een getuigenis: “Jongeren kunnen er een krant kopen of een snoepje, maar de andere snoepjes in de toonzaal zijn de gokautomaten. Dan is de verleiding groot om vanuit interesse en nieuwsgierigheid eens een gokje te wagen.” Dit overaanbod van kansspelen gaat gepaard met een stijging van de gokverslavingen en een normalisering van gokken in onze samenleving.

Daarom werd in de Wet van 28 november 2021 voorzien dat er strikte regulering moet komen voor de nevenactiviteit van gokken in dagbladhandels. Het Koninklijk Besluit dat de uitwerking hiervan regelt, werd op 23 februari 2022 gepubliceerd in het staatsblad en wordt 10 dagen later van kracht.

Hierin wordt duidelijk omschreven aan welke voorwaarden een dagbladhandel moet voldoen om gokken als nevenactiviteit te voorzien. Alsook een duidelijke omschrijving van de dagbladhandels waar weddenschappen mogen aangeboden worden en de grenzen aan de omvang en zichtbaarheid van gokken als nevenactiviteit.

Voortaan kan dit enkel aangeboden worden in krantenwinkels die minstens 200 verschillende actuele titels van kranten en magazines aanbieden. De omzet uit de verkoop ervan moet op jaarbasis minstens 25.000 euro bedragen. Dit aantal werd in overleg met de beroepsverenigingen van krantenwinkels vastgelegd. Vandaag voldoet zo’n 87% van de klassieke krantenwinkels reeds aan deze voorwaarde. De maatregel viseert schijnkrantenwinkels. Zo stellen we in de praktijk vast dat er ‘dagbladhandels’ zijn waar er kranten uit 2019 in het rek liggen om de regels te omzeilen. Dit zal niet langer mogelijk zijn.

Daarnaast wordt voor de legitieme krantenwinkels duidelijk omschreven hoe de nevenactiviteit kan ingevuld worden.

Beperken van omzet nevenactiviteit

In een dagbladhandel mag men maximaal 200 euro per dag inzetten. Dit blijft behouden. Daarnaast beperken we ook de inzetten die een dagbladhandelaar jaarlijks mag aannemen tot maximum 250.000 euro per jaar. Uit cijfers van de Kansspelcommissie blijkt dat 17% van alle dagbladhandels met een vergunning op jaarbasis meer dan dit maximumbedrag aan inzetten aanneemt. In de toekomst zal dit niet meer mogelijk zijn: de goktoestellen moeten worden uitgeschakeld wanneer dagbladhandels de grens van 250.000 euro overschrijden.

Op dit moment mag de omzet van de aanneming van weddenschappen nog 49% van de totale omzet bedragen. Dit strookt niet met het beschouwen van weddenschappen als nevenactiviteit. Daarom wordt de bovengrens voor de omzet uit gokken vastgelegd op maximum 20% van de totale omzet van de krantenwinkel. Die omzet slaat niet op de bedragen uit gokinzetten, maar op de commissies en andere directe en indirecte inkomsten uit weddenschappen.

Maximaal 4 toestellen of informaticatoepassingen

Er was reeds bepaald dat een dagbladhandel slechts vier terminals mag uitbaten waar weddenschappen kunnen worden aangegaan. Het informaticasysteem dat de handelaar aan de kassa hanteert viel daar echter niet onder. Dit leidde ertoe dat in de praktijk de beperking omzeild werd, doordat via die weg een onbeperkt aantal producten kon worden aangeboden. Daarom worden voortaan alle informaticatoepassingen en toestellen samen beperkt tot een maximaal aantal van 4 stuks.

Weddenschappen mogen enkel worden aangenomen tussen 6u en 20u

Daarnaast wordt ook vastgelegd dat weddenschappen enkel mogen gebeuren tussen 6u en 20u. Dit moet toelaten een duidelijker onderscheid te maken tussen een dagbladhandelaar en een wedkantoor. Wedkantoren moeten een convenant afsluiten met de gemeente waarin onder andere de openingsuren worden bepaald. Dagbladhandels zijn hier niet aan onderworpen.

Beperking op reclame en zichtbaarheid

Tot slot willen we de gokactiviteiten ook minder zichtbaar en laagdrempelig maken. Daarom mag de aangebrachte reclame zowel langs de straatzijde als in de winkelruimte zelf, voor maximum 1/5 gericht zijn op weddenschappen. Dit ligt in lijn met de maximumgrens inzake de omzet uit weddenschappen (20%). Bovendien mag die reclame voor weddenschappen maximum 3m² in beslag nemen. Dit moet opnieuw bijdragen aan een duidelijk onderscheid tussen een krantenwinkel en een wedkantoor. Daarom wordt ook de ruimte die hiervoor gebruikt kan worden beperkt. Dit mag niet meer dan 1/5 van de totale winkelruimte in beslag nemen.

Wie zich niet aan deze regels houdt, kan zich aan een boete verwachten of zelfs strafrechtelijke vervolging. De nieuwe regels zijn van kracht vanaf 5 maart, al wordt voor bepaalde maatregelen een overgangsperiode toegelaten tot 1 januari 2023.

Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Justitie: “Het aantal gokverslavingen neemt hand over hand toe. Net als andere verslavingen ruïneert dit mensen en hun families. En we zien dat meer en meer jongeren beginnen gokken. Dat krantenwinkels weddenschappen mogen aannemen als nevenactiviteit wordt misbruikt als achterpoortje. Er zijn krantenwinkels waar meer dan 4 miljoen euro per jaar wordt ingezet. Dat zijn hallucinante bedragen. En schijndagbladhandels gebruiken een krantenrek met enkele oude kranten als schaamlapje voor een verdoken gokpaleis. We zullen nooit aanvaarden dat krantenwinkels worden omgebouwd tot verdoken gokpaleizen. Daarom gelden er voortaan duidelijke regels. Enkel legitieme krantenwinkels die voldoende kranten en magazines aanbieden en verkopen mogen dit nog als nevenactiviteit hebben. En we leggen limieten op zodat die nevenactiviteit binnen de perken blijft. Een vijfde van de omzet mag nog van gokken komen, een vijfde van de reclame en een vijfde van de winkelruimte mag hiervoor gebruikt worden. Niet meer. Daarmee is het gedaan met de krantenwinkel als achterpoortje voor de gokindustrie. Dit is uitgewerkt in overleg met de legitieme krantenwinkels. Ondernemers die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen, de oneerlijke concurrentie beu zijn en hun sociale rol in de buurt willen blijven vervullen.”

Perscontact:

Edward Landtsheere

Woordvoerder

edward@teamjustitie.be

+32 479 44 93 29