27/10 — Eerste gedetineerden aangekomen in transitiehuis Gent

De eerste gedetineerden hebben deze week hun intrek genomen in het nieuwe transitiehuis van Gent. Dat is een kleinschalig doorgangshuis voor langgestrafte gedetineerden die zich bijna aan het einde van hun straf bevinden. Er is plaats voor 16 deelnemers die er onder intensieve begeleiding actief aan hun re-integratie in de maatschappij werken. Minister van Justitie Paul Van Tigchelt en burgemeester Mathias De Clercq bezochten vandaag het transitiehuis en verklaarden het officieel voor geopend. Dat de aanpak met transitiehuizen werkt, blijkt uit de cijfers van het transitiehuis in Mechelen. Daar stroomden reeds 64 gedetineerden door naar de samenleving, zonder te hervallen in criminele feiten.

Zo’n 70% van de vrijgelaten gedetineerden in ons land verschijnt binnen de vijf jaar opnieuw voor de rechter. Een van de redenen hiervoor is dat de overgang van de gevangenis naar de buitenwereld niet evident is. Hierdoor is de kans op herval in oude gewoontes aanzienlijk. Het is namelijk niet vanzelfsprekend om na al die tijd, van de ene dag op de andere, plots op vrije voeten te zijn en een woonplaats, werk en administratie te moeten regelen. In een transitiehuis winnen gedetineerden stap voor stap hun vrijheid terug. Ze leren opnieuw verantwoordelijkheid dragen, voor zichzelf zorgen en bereiden zich voor op strafeinde. Men doet er de spreekwoordelijke bagage op om opnieuw hun weg te vinden in de vrije samenleving.

Net als gevangenissen blijven het gesloten instellingen. Gedetineerden kunnen er niet zomaar binnen of buiten. Het transitiehuis verlaten is enkel mogelijk met een uitgaansvergunning, bijvoorbeeld om te gaan werken, solliciteren of een opleiding te volgen. Inbedding in het lokaal maatschappelijk weefsel is namelijk belangrijk om de overgang naar de vrije samenleving zo vlot mogelijk te laten verlopen. De plaats waarheen men gaat, het te volgen traject en het tijdstip waarop men terug moet zijn, worden strikt vastgelegd.

De selectie van de deelnemers gebeurt in samenspraak met de psychosociale dienst van de gelinkte gevangenissen en na een intakegesprek. Kandidaten moeten zich op maximaal 18 maanden van de mogelijkheid tot toekenning van voorwaardelijke invrijheidstelling bevinden. Gedetineerden veroordeeld voor zedenfeiten of terrorisme komen niet in aanmerking.   

Succes bewezen in Mechelen

Voor de transitiehuizen werkt Justitie samen met private partners. Het eerste transitiehuis werd in Mechelen opgericht in 2019 en wordt uitgebaat door STERKhuis, een samenwerkingsverband tussen G4S Care en Exodus Nederland. Intussen zijn via dat transitiehuis 64 bewoners teruggekeerd naar de vrije samenleving zonder te hervallen in criminele feiten. De praktijk in Mechelen toonde aan dat een transitiehuis geen overlast meebrengt voor de buurt.

Eerste gedetineerden aangekomen

STERKhuis diende een kandidatuur in voor een tweede transitiehuis in Gent en stelde een locatie in de Leo Tertzweillaan in Gentbrugge voor aan het stadsbestuur van Gent. Het pand, een voormalige loods die vroeger dienstdeed als drukkerij en opslagplaats, werd na het doorlopen van de vereiste vergunningsprocedure omgebouwd tot een transitiehuis met verschillende kamers, gemeenschappelijke ruimtes en de nodige beveiligingen. Het transitiehuis werd vandaag officieel ingehuldigd in aanwezigheid van minister van Justitie Paul Van Tigchelt en burgemeester van Gent Mathias De Clercq. De eerste gedetineerden hebben er op 25 oktober hun intrek genomen en werken actief aan hun terugkeer naar de samenleving.

Leef- en krachtcoaches

In het transitiehuis van Gent werken 11 medewerkers: 6 leefcoaches, 3 krachtcoaches, 1 administratief medewerker en een coördinator. Zij deden reeds ervaring op in het transitiehuis van Mechelen aan de hand van meeloopdagen en sessies training-on-the-job. Leefcoaches zorgen voor de dagelijkse werking en zien erop toe dat de deelnemers hun verantwoordelijkheden opnemen, samenwerken met andere deelnemers en zelfstandig kunnen leven. Krachtcoaches begeleiden en ondersteunen het individuele re-integratietraject. Ze helpen bij het zoeken naar werk, het inschrijven voor een opleidingen of om de weg te vinden naar de bestaande hulp- en dienstverlening. De kracht- en leefcoaches van het transitiehuis in Mechelen bieden tevens ondersteuning bij de opstart van het transitiehuis in Gent.

Minister Van Tigchelt is Gents burgemeester Mathias De Clercq dankbaar om een voortrekkersrol te spelen en de komst van een transitiehuis te ondersteunen. Dergelijke lokale steun is belangrijk om, aan de hand van menselijke detentie en het aanreiken van kansen, de hoge recidivecijfers aan te pakken. Intussen wordt het netwerk van transitiehuizen verder uitgebreid. Onlangs werd ook de komst van een transitiehuis in Leuven vastgelegd.

Paul Van Tigchelt, minister van Justitie:“De aanpak van de transitiehuizen toont waar Justitie heen gaat met het detentiebeleid: proactief optreden om nieuwe feiten in de toekomst te voorkomen. Dit doen we met een menselijke aanpak waarbij we gedetineerden meer kansen geven om hun leven terug in handen te nemen en een bijdrage te leveren aan de maatschappij. De transitiehuizen boeken straffe resultaten waarbij de recidive aanzienlijk vermindert en de maatschappij dus veiliger wordt. Ik dank burgemeester Mathias De Clercq om dit project te ondersteunen en zo mee te zorgen voor een veiliger Gent en een veiliger land.”

Mathias De Clercq, burgemeester Stad Gent: “Als Stad geloven we sterk in dergelijke kleinschalige projecten gericht op herintegratie van gedetineerden. We hebben er alles aan gedaan om de buurt goed te informeren zodat er een groot draagvlak is in de wijk. Ik ben ervan overtuigd dat de Gentbruggenaars een sterke partner in dit verhaal zullen zijn.”Romina Scarpone, vertegenwoordiger transitiehuizen bij STERKhuis: “Sommige gedetineerden komen in het transitiehuis aan met een rugzak met een gat erin. Dan moet je eerst dat gat dichtnaaien vooraleer je kan beginnen de rugzak opnieuw te vullen. In het transitiehuis vinden deelnemers geen muren maar deuren naar herstel. Door de kleinschaligheid, laagdrempeligheid en de menselijke benadering, worden opnieuw fundamenten gelegd waardoor men weer hoopvol naar de toekomst durft te kijken.”