Regering voert strijd op tegen mensenhandel en misbruik van prostitutie

De regering wil sekswerk decriminaliseren voor meerderjarigen. Dit maakt deel uit van een voorontwerp van de wet van vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne over de hervorming van het seksueel strafrecht. Dit werd afgelopen vrijdag door de ministerraad in tweede lezing goedgekeurd en is intussen overgemaakt aan het Parlement voor verdere bespreking. Met deze hervorming zullen sekswerkers beschermd en erkend kunnen worden. Net door het decriminaliseren van vrijwillig sekswerk, kunnen malafide praktijken zoals mensenhandel en uitbuiting beter bestreden worden. In de nieuwe wet komt daarom een strafbaarstelling van misbruik van prostitutie. Daarnaast zal ook de werking van de gespecialiseerde opvangcentra voor slachtoffers van mensenhandel versterkt worden met een structurele financiering en bijkomend budget. Dat kondigde de minister vandaag aan bij een bezoek aan het Antwerpse opvangcentrum Payoke. 

Op heden is er een gedoogbeleid voor sekswerk, maar het is desondanks een misdrijf. Dit brengt veel problemen met zich mee, aangezien eenieder die met sekswerkers samenwerkt, zoals bv. een boekhouder of chauffeur, zich schuldig maakt aan strafbare praktijken.  Steden en gemeenten kunnen onder dit gedoogbeleid zelf regels opstellen, waardoor er willekeur heerst. Dit uit zich in erg verschillende arbeids- en veiligheidsomstandigheden.  

Door sekswerk voor meerderjarigen te decriminaliseren, geven we sekswerkers nu eindelijk waar ze recht op hebben: de mogelijkheid van erkenning en bescherming. Dit is immers een noodzakelijke voorwaarde gebleken om hen sociale rechten te kunnen toekennen.  Door corona is eens te meer gebleken dat hiertoe een grote nood bestaat. Sekswerkers hebben geen erkenning, geen sociaal statuut en dus ook geen vangnet bij verminderd inkomen. Decriminalisering heeft als doel het verbeteren van de werkomstandigheden en gezondheid van sekswerkers, het verhogen van de veiligheid, het verminderen van het stigma en de discriminatie van sekswerkers. Het wetsontwerp neemt een voorbeeld aan de decriminalisering van sekswerk in Nieuw-Zeeland door de Prostitution Reform Act in 2003. Decriminalisering leidt tot minder kwetsbaarheid, meer zelfbeschikking en meer ruimte voor eigen keuzes van sekswerkers. Zo zal de relatie met de autoriteiten en de toegang tot justitie er zeker op vooruitgaan. 

Mensenhandel en misbruik van prostitutie 

Net door het decriminaliseren van sekswerk, zal er een duidelijk onderscheid kunnen gemaakt worden met illegale praktijken zoals mensenhandel en andere vormen van misbruik. We voorzien daarom in een nieuwe bepaling als bijkomende waarborg voor misbruik van meerderjarige sekswerkers die niet onder de bepalingen van mensenhandel vallen. 

Hierdoor zal streng kunnen worden opgetreden tegen misbruik van prostitutie, het nastreven van een abnormaal voordeel als gevolg van prostitutie door andere personen en het aanzetten tot prostitutie via reclame. 

De straffen hierop zijn 1 tot vijf jaar en boetes van 500 tot 25.000 euro, afhankelijk van de aard van het misdrijf en het aantal slachtoffers. 

Ook het nastreven van een abnormaal voordeel wordt strafbaar. Zo zal iemand die bijvoorbeeld een kamers uitbaat en daar sekswerkers vrijwillig aan de slag laat gaan, maar toch een woekerprijs vraagt voor de huur van de ruimte gestraft worden voor misbruik van prostitutie. Ook wanneer bijvoorbeeld een boekhouder zich laat uitbetalen door seks te hebben, is er sprake van een abnormaal voordeel.  

Indien er bovendien sprake is van uitbuiting met het oogmerk om controle te verwerven over een persoon is er sprake van mensenhandel. Deze controle kan onder meer betekenen dat de dader bepaalt dat de sekswerker zich prostitueert of welke seksuele diensten de sekswerker aanbiedt en wanneer. Denk aan een dader die bepaalt dat de sekswerker geen klanten mag weigeren of hoeveel klanten een sekswerker minstens per shift moet bedienen. Vaak gaat dit gepaard met controle door de dader of een handlanger die rond de vitrine aanwezig is of in de woning waar de seksuele diensten worden verleend. Soms moet het slachtoffer een sms sturen wanneer een klant aankomt en vertrekt, zo wordt bijgehouden hoeveel klanten er worden ontvangen. Dit zijn duidelijke voorbeelden van mensenhandel. 

Het is niet altijd mogelijk voor het parket om te bewijzen dat een dader controle heeft over een persoon, maar er zijn vaak aanwijzingen van misbruik van prostitutie. Om te vermijden dat deze situaties niet zouden vervolgd worden, biedt de strafbaarstelling van misbruik van prostitutie een nieuw wapen voor politie en justitie om op te treden. Onder de nieuwe regeling zal men dus vrijwillig kunnen kiezen voor sekswerk, maar is het niet toegelaten dat iemand anders hier buitensporig veel geld aan verdient. 

Ook aanzetten tot prostitutie via reclame valt onder de nieuwe strafbaarstellingen. Via reclamekanalen personen aanzetten tot prostitutie kan niet. Denk hierbij aan het voorbeeld van de ‘sugar daddies’-campagne uit het recente verleden. Een sekswerker mag wel nog voor zichzelf reclame maken.  Sekswerk voorstellen als een romantisch etentje met een rijke man, zal gezien worden als onrechtmatig aanzetten tot het zich prostitueren.  

Opvang en begeleiding van slachtoffers van mensenhandel  

Er zal niet alleen strenger opgetreden worden tegen mensenhandel en misbruik van prostitutie. We willen ook de slachtoffers beter opvangen. In 2020 werden 535 slachtoffers van mensenhandel opgevangen in gespecialiseerde centra. De helft van hen was slachtoffer van seksuele uitbuiting. Zij werken onder de radar op straat of als escorte in cafés en bordelen en worden vaak gerekruteerd door criminele organisaties. 

De slachtoffers van mensenhandel krijgen in België een specifiek statuut dat hen beschermt tegen mensenhandelaars. Binnen dit unieke systeem worden daders vervolgd voor de rechtbank terwijl slachtoffers bescherming krijgen en opvang.  

Slachtoffers worden opgevangen in één van de drie centra voor slachtoffers van mensenhandel: PAG-ASA in Brussel, Payoke in Antwerpenen en Sürya in Luik. De gespecialiseerde centra begeleiden de slachtoffers op administratief, juridisch en psychosociaal vlak. Deze begeleiding gebeurt in het kader van de bijzondere beschermingsprocedure voor slachtoffers van mensenhandel. Er is een nauwe samenwerking met politie, inspectie, justitie, en met de Dienst Vreemdelingenzaken.  

In 2020 kregen 93 slachtoffers het statuut van slachtoffer van mensenhandel. In 2019 werden in totaal 153 slachtoffers aangemeld, in 2018 140 en in 2017 137.  

De centra staan in voor de begeleiding en opvang van deze slachtoffers. PAG-ASA ving 202 slachtoffers  op in 2020, Payoke 130  en Sürya 203. In 2019 en 2018 hebben de centra telkens 570 slachtoffers opgevangen en in 2017 551. De meeste begeleidingen hebben een gemiddelde doorlooptijd van 3 à 5 jaar. 

De mensen die deze centra bereiken, vormen maar een fractie van het aantal personen dat het slachtoffer wordt van mensenhandel in ons land. In internationale rapporten is er sprake van vele duizenden slachtoffers. 

Om de werking van de drie centra in België te verankeren, krijgen zij vanaf 2021 een structurele financiering van justitie ten bedrage van 279.000 euro per centrum. Daarnaast wordt voorzien in extra budget ten belope van 10% tot 20%. Met die bijkomende middelen kunnen de centra slachtoffers van misbruik van prostitutie opvangen naast de slachtoffers van mensenhandel. 

‘S’ slachtoffer van seksuele uitbuiting 

Vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne bracht naar aanleiding van de kick-off van de Blue Heart-campagne tegen Mensenhandel een bezoek aan Payoke in Antwerpen. Hij ging er in gesprek met slachtoffers van seksuele en economische uitbuiting waaronder een Nigeriaanse vrouw ‘S’ die slachtoffer werd van seksuele uitbuiting. 

S leefde in Benin-City, Nigeria. Haar familie zat in een moeilijke financiële situatie, omdat haar moeder gezondheidsproblemen had. Een mensenhandelaar kreeg lucht van haar financiële situatie en zocht contact met haar op. Hij stelde haar voor om naar Europa te gaan om geld te verdienen. Er werd haar verteld dat ze hiervoor in ruil 25.000 euro diende af te betalen, maar dat dit in de prostitutie maar 6 maanden zou duren. Ze werd naar een ‘voodoo shrine’ gebracht om er een eed af te leggen en te zweren dat ze dit geld zou terugbetalen en nooit naar de politie zou stappen. 

Eenmaal in België werd S door een andere Nigeriaanse vrouw opgeleid om te leren tippelen op straat. Ze moest ook werken als escorte in cafés en in een bordeel. Dit heeft ze iets langer dan 6 maanden gedaan en ze had toen ongeveer 8.000 euro afbetaald. 

De politie wist S te overtuigen om een verklaring af te leggen en in de procedure voor slachtoffers van mensenhandel te stappen. Nadat ze haar verklaring aflegde, kwam ze in de opvang en begeleiding terecht bij Payoke. Ze werd er gedurende de hele procedure op psychosociaal, administratief en juridisch vlak ondersteund. Haar residentiële begeleiding duurde 6 maanden. Daarna verhuisde ze naar een privé-studio en werd de ambulante begeleiding aangevat.  

Haar volledige begeleiding duurde in totaal 2 jaar. Dit is niet zonder slag of stoot  verlopen. Het criminele Nigeriaanse netwerk kreeg te horen dat ze gepraat had met de politie. Hierdoor kreeg zijzelf en ook haar familie bedreigingen. Ze was zeer angstig, werd fysiek ziek en vreesde voor de uitwerkingen van de voodoo. Door gesprekken met een Nigeriaanse ex-cliënte van Payoke, die met dezelfde praktijken te maken kreeg, kwam ze geleidelijk aan tot rust en inzicht.  

Blue Heart Campaign 

Op 22 juli wordt de aftrap gegeven van de ‘Blue Heart’-campagne. Dit gaat uit van het UNODC (United Nations Office on Drugs and Crime). Samen met de nationale partners brengt de campagne mensenhandel onder de aandacht. 

In 2019 sloot België zich aan bij deze ‘Blue Heart’-campagne van de Verenigde Naties om mensen bewuster te maken van de problematiek die mensenhandel met zich meebrengt. De campagne loopt tot 30 juli, de Werelddag tegen mensenhandel. 

Dit jaar focust de campagne op het luisteren naar en het leren van overlevenden van mensenhandel. De campagne krijgt de steun van Piet Goddaer (Ozark Henry), Dominique Persoone, Carl Decaluwé, Jo Lemaire, Patsy Sörensen, Steven Van Havere, en de spelers van Club Brugge. 

Om de campagne kracht bij de zetten zullen steden en gemeenten op 30 juli verschillende acties ondernemen. Antwerpen, Brugge, Mechelen, Kortrijk en Bergen zullen hun stadhuizen verlichten in het blauw. In Brussel zal Manneken Pis een Blue Heart-kostuum aantrekken en in Leuven zal het standbeeld Fonske de campagne steunen.  

Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Justitie: “Het is belangrijk om sekswerk te decriminaliseren voor meerderjarigen. Zo halen we het weg uit de schemerzone van gedoogbeleid en malafide figuren. Dat geeft mensen de vrijheid om bewust zelf te kiezen voor sekswerk, maar maakt ook een duidelijk onderscheid mogelijk tussen legale prostitutie en illegale praktijken. Tegen misbruiken en mensenhandelaars treden we streng op en we investeren in de menselijke opvang van slachtoffers door de 3 gespecialiseerde opvangcentra.” 

Perscontact  

Maxim Laporte  

Adviseur Communicatie 

maxim@teamjustitie.be  

+32 474 77 70 30