Dit lijkt misschien evident, maar het is vaak heel moeilijk om buitenlands criminelen naar hun land van herkomst terug te sturen. Je kan immers niet zomaar iemand op een vliegtuig steken zonder dat het bestemmingsland de terugkomst van die persoon aanvaardt. Hier zijn afspraken voor nodig met herkomstlanden die we uitleveringsverdragen noemen. Met sommige landen heeft België zulke afspraken. Met andere niet omdat het land van herkomst geen eigen burgers terugneemt die criminele feiten pleegden in het buitenland. Ons land onderhandelt voortdurend met die landen om toch nog tot een uitleveringsverdrag te komen.
Daarnaast kan het zijn dat het land van herkomst de mensenrechten in de gevangenissen niet respecteert. Bijvoorbeeld door gedetineerden te folteren. In zulke gevallen kan het door rechters verboden worden om mensen naar zo’n land terug te sturen, omdat België de plicht heeft om de mensenrechten van iedere persoon op ons grondgebied te garanderen. Door iemand uit te wijzen naar een land waar die persoon bijvoorbeeld gefolterd dreigt te worden, zou ons land op een indirecte manier mee verantwoordelijk zijn voor die schending van de mensenrechten. Ook in zulke gevallen kan het dus zijn dat de terugwijzing niet kan.