Door de Wet Lejeune kunnen gedetineerden vragen om vervroegd te worden vrijgelaten uit de gevangenis. Dit kan pas wanneer ze minstens één derde van hun straf hebben uitgezeten en ze zich in de gevangenis goed hebben gedragen Gedetineerden moeten hun vrijlating dus verdienen en het is geen automatisme.
Niet elke aanvraag krijgt dan ook een positief antwoord, zaken die meespelen zijn onder andere het gedrag van de gedetineerde, de aarde van de gepleegde feiten, het risico op recidive en de impact van de vrijlating op de maatschappij. De rechter moet rekening houden met de veiligheid en de rechten van het slachtoffer.
Aan de vervroegde vrijlating worden ook steeds bepaalde voorwaarden verbonden zoals bijvoorbeeld het vinden van werk of het naleven van een contactverbod met slachtoffers. Als deze niet worden nageleefd, kan de invrijheidstelling worden ingetrokken waardoor de gedetineerde de rest van zijn straf in de gevangenis moet uitzitten.
Sommige mensen vinden dat de Wet Lejeune zou moeten afgeschaft worden, maar dat is geen goed idee. De kans op een vervroegde vrijlating is namelijk een stimulans voor gedetineerden om zich te herpakken en zich goed te gedragen in de gevangenis. Dat is ook belangrijk voor hun re-integratie in de maatschappij. Vervroegde vrijlating is daarom ook een praktijk die je wereldwijd terugvindt.