Wetsontwerp maakt komaf met omslachtige procedures
De politie zal binnenkort makkelijker fietsen met GPS-trackers kunnen inzetten om fietsdievenbendes op te sporen. De ministerraad keurde recent een wetsontwerp van minister van Justitie Van Quickenborne goed dat onder andere de regels rond de inzet van lokfietsen sterk versoepelt. De wetswijziging komt er op vraag van heel wat lokale besturen en politiezones. Zij zullen lokfietsen binnenkort veelvuldig en zonder omslachtige procedures kunnen inzetten. Nadat de strafkans verhoogd is met de lik-op-stukboetes voor fietsdiefstal, wordt hiermee ook de pakkans fors verhoogd. Want gestolen fietsen zorgen bij heel wat mensen voor frustratie en een gevoel van machteloosheid.
Vorig jaar werden in ons land 22.000 fietsdiefstallen aangegeven bij de politie. Wellicht ligt het werkelijke aantal fietsdiefstallen veel hoger aangezien lang niet alle slachtoffers hiervan aangifte doen. Velen gaan ervan uit dat dit niets uithaalt, hoewel er zonder aangifte al helemaal geen kans bestaat dat de politie de fiets kan terugbezorgen. Vaak gebeurt het dat de politie garages vol gestolen fietsen aantreft waarvan ze de rechtmatige eigenaar niet kunnen achterhalen bij gebrek aan aangifte.
Het principe van de lokfiets om dievenbendes op te pakken, is niet nieuw en wordt reeds beperkt toegepast door enkele politiezones. Dit leidde tot arrestaties van verschillende beroepsdieven en ontdekkingen van tientallen gestolen tweewielers. Een juridisch probleem dat zich echter stelt, is dat het principe van lokfietsen juridisch onder de bijzondere opsporingsmethodes viel. Deze mogen enkel toegepast worden als er indicaties zijn van georganiseerde misdaad, wat bij fietsdiefstallen niet zomaar het geval is. De wet bepaalt dat een BOM-magistraat telkens een machtiging moet geven om zo’n lokfiets te plaatsen, er steeds een vertrouwelijk dossier moet worden aangelegd en er specifieke processen-verbaal moeten worden opgesteld. Bovendien moet er telkens opnieuw worden overgegaan tot de procedure van BOM-controle op het dossier, wanneer bijvoorbeeld dezelfde lokfiets door een andere dief wordt gestolen.
Zowel de lokale politiezones, de lokale overheden en het Openbaar Ministerie ervaren de regeling als zwaar en log. De grote werklast en de vele procedures zorgen ervoor dat het volle potentieel van de lokfiets niet benut kan worden. Bovendien is het moeilijk uit te leggen dat burgers, zonder omslachtige procedures, wel GPS-trackers mogen installeren op hun fiets om deze terug te vinden na diefstal. De politie mag deze locatiegegevens zelfs gebruiken om diefstallen op te lossen. Dit valt immers niet onder de bijzondere opsporingsmethodes. Minister van Justitie Van Quickenborne vindt dat het, gezien de huidige technologische ontwikkelingen, helemaal niet zo’n bijzondere opsporingsmethode meer is om een tracker op een fiets te installeren, ook voor de politie.
Daarom werkte de minister, op basis van advies van het College van procureurs-generaal, een wetsontwerp uit dat deze nodeloos ingewikkelde procedure afschaft. Concreet wordt een nieuw lid ingevoegd in artikel 47sexies, §1 van het Wetboek van Strafvordering, dat duidelijk stelt dat de tracker in een lokvoertuig niet langer wordt beschouwd als een technisch hulpmiddel volgens de definitie omschreven in de BOM-wetgeving. Zo wordt de inzet van lokvoertuigen niet langer BOM-plichtig. Het wetsontwerp werd voor het zomerreces goedgekeurd door de ministerraad. Na advies van de Raad van State zal het worden ingediend in het parlement.
Aan het College van procureurs-generaal werd gevraagd om een richtlijn uit te werken voor alle gerechtelijke arrondissementen van het land, zodat de inzet van de lokfiets overal op uniforme wijze gebeurt.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “De voordelen van lokfietsen zijn talrijk. Minder omslachtige procedures en minder administratieve werklast moeten ervoor zorgen dat de lokfiets systematischer wordt ingezet door de lokale politie. Hierdoor kunnen meer dieven op heterdaad worden betrapt en kan er sneller paal en perk gesteld worden aan plagen van vaak systematische fietsdiefstallen in een stad of regio. Meer lokfietsen kunnen bovendien leiden tot meer ontdekkingen van grote aantallen gestolen fietsen, meer arrestaties van dieven en meer fietsen die worden teruggegeven aan rechtmatige eigenaars. Ook dossiers van heling kunnen in een stroomversnelling komen. Vergeet niet dat lokfietsen dan ook preventief kunnen werken, eens potentiële dieven door het veelvuldige gebruik ervan worden afgeschrikt.”