Hulp aan slachtoffers en nabestaanden van aanslag Schaarbeek valt onder zelfde regeling als daden van terrorisme

Beslissing van de regering maakt zo snellere financiële hulp mogelijk 

De aanslag op twee agenten van de politiezone Brussel Noord op 10 november in Schaarbeek, waarbij politieman Thomas Monjoie om het leven kwam en zijn collega ernstig gewond raakte, zal wat betreft de hulp aan slachtoffers en nabestaanden dezelfde regeling krijgen zoals geldt voor daden van terrorisme. Een koninklijk besluit van minister van Justitie Van Quickenborne hieromtrent werd afgelopen vrijdag goedgekeurd door de ministerraad. Dit zorgt ervoor dat de slachtoffers en nabestaanden sneller een vergoeding zullen krijgen via de commissie voor slachtofferhulp, zonder dat het resultaat van het proces afgewacht moet worden. Deze beslissing staat los van de gerechtelijke procedure. 

Politiemensen staan elke dag in de frontlinie om de veiligheid te garanderen. Wie de politie viseert vanwege de functie die zij uitoefenen, valt daarmee de hele samenleving aan. Daarom heeft de regering beslist om voor de slachtoffers en nabestaanden van de aanslag van 10 november 2022 versnelde financiële hulp mogelijk te maken. Hiermee drukt de Belgische federale overheid in naam van de samenleving haar solidariteit uit ten aanzien van de slachtoffers, familieleden en nabestaanden. 

Hierdoor kunnen slachtoffers en nabestaanden sneller beroep doen op een uitgebreide tussenkomst door de Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en occasionele redders, zonder de uitkomst van een strafproces af te wachten. Het verschil met de klassieke procedure voor de Commissie voor financiële hulp is dat er geen vonnis van de rechtbank nodig is om van de financiële ondersteuning te kunnen genieten. Men hoeft evenmin te wachten op een onderzoek naar de financiële toestand van de dader om vergoed te worden voor de gemaakte medische en psychologische kosten. De status van nationale solidariteit houdt ook het recht in op een schadevergoedingspensioen en tevens zijn er regelingen voorzien voor advocatenkosten. 

Dit is een politieke beslissing die geen voorafname doet op het gerechtelijk onderzoek of de verdere beslissingen van Justitie. Ook toekomstige gerechtelijke uitspraken in het dossier zullen geen invloed hebben op deze regeling. Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “Politiemensen staan elke dag in de frontlinie om onze veiligheid te garanderen. Wie de politie viseert vanwege de functie die zij uitoefenen, valt daarmee de hele samenleving aan. Daarom is het als samenleving onze plicht om ons solidair op te stellen met de slachtoffers, hun familieleden en nabestaanden. Door deze regeling maken we het mogelijk dat slachtoffers en nabestaanden sneller financiële hulp krijgen, ongeacht of er een vonnis is, de dader de kosten kan betalen en de verdere uitkomst van het gerechtelijk onderzoek.”